Mijn reis door India heeft me zoveel meer inzichten gegeven dan ik had gedacht. Natuurlijk is het een romantisch idee om op reis te gaan en zoveel te leren over jezelf en het leven bij terugkomst. Dit gebeurt alleen lang niet altijd kan ik je vertellen en is het ook nog eens afhankelijk van de plek waar je naartoe reist en de ervaringen die je op dat moment toevallig opdoet.
Ik had enorm veel geluk dat de hele reis geregeld was voor me: van transport tot hotel tot activiteiten tot eten (!). Dit zorgde ervoor dat er een hoop ‘reisstress’ wegviel en ik me kon focussen op het land, de cultuur en ‘het leven’ zelf. Komt erbij dat ik geen internet op mijn telefoon had dus leken alle elementen er te zijn om mij een lesje te leren. En hoe..
Wat ik wil delen vandaag zijn twee belangrijke lessen die ik heb geleerd. De eerste les over mijn verwachtingen van de mensen in India en hoe deze verwachtingen totaal niet leken te kloppen. De tweede les gaat (opnieuw) over dankbaarheid en het waarderen van de gemakken die we in Nederland hebben, terwijl we er amper bij stil staan. Let wel, de meeste foto’s die je ziet zijn niet de foto’s van de gemiddelde mensen daar (qua armoede), dit zijn de ‘wat rijkere’ mensen die je ziet op de meeste foto’s.
Ik neem je direct mee in mijn stukken die ik tijdens de lange busreizen heb uitgetypt, in ‘dagboekstijl’.
Wat een bijzondere ervaring. We rijden met de twee bussen door allerlei dorpen. Plekken waar amper toeristen komen. Dat is aan alles te zien. En juist om die reden heb ik een prachtig beeld van de mensen in India. Ze kijken naar boven en zien onze hoofdjes achter de ramen, sommigen van ons met camera’s in hun handen, anderen met oortjes in, luisterend naar muziek. En wat gebeurt er?
Ze lachen. Ze glimlachen naar ons.
Soms zwaaien ze en soms roepen ze ook nog iets. Maar ze lachen altijd. Ik heb geen enkele keer iemand boos naar ons zien kijken terwijl ik dit onbewust wel had gedacht.
Ik dacht dat we jaloerse blikken zouden krijgen
Weet je wat ik echt in mijn hoofd had zitten? Ik dacht dat de mensen ons zouden aankijken met een blik van:
“Waarom hebben jullie dit wel en ik niet”
Een jaloerse blik. Maar ik had het echt mis. Ik was niet eens op de hoogte van deze gedachtegang bij mezelf, pas toen dit keer op keer niet werd bevestigd besefte ik me dat zij helemaal niet zo naar ons kijken. Ze kijken geïnteresseerd, geboeid, bijna geïntrigeerd naar wat we dragen, hoe we ons bewegen en wat we doen.
Daarna dacht ik: ze lachen want ze denken ‘geld!’
De eerste keren dacht ik nog; ze lachen omdat ze denken:
“Daar komt geld! We kunnen nu spullen verkopen aan ze!”
Maar ook dat gebeurt niet. Als er iets is dat ik kenmerkend vind is dat ze het vooral interessant en mooi vinden dat wij er zijn.
Wanneer ik een beetje gegeneerd en ongemakkelijk mijn camera op hen richt blijven ze ook gewoon doen wat ze doen, of ze kijken gewoon de camera in. Nog geen enkele keer is iemand boos geworden omdat ik een foto maakte van ze. In het Westen zouden we direct achterdochtig worden, onze handen voor het scherm houden en geïrriteerd reageren. Maar deze mensen niet, ze blijven staan en blijven kalm.
Hoe krom dat ik zo overtuigd was dat deze mensen boos zouden reageren omdat ze anderen zouden zien met ‘meer spullen’. Maar als er iets is dat zij mij juist leren is dat we in de kern hetzelfde zijn. Zij leren mij juist dat het niet uit maakt wat je wel of niet hebt en dat het gaat om de persoon die je bent. Ik liet gister iets vallen uit mijn tasje en een jongen raapte het op, tikte me aan en gaf het terug. Van binnen smolt ik en wilde ik huilen tegelijk. Deze mensen hebben amper spullen, ik overdrijf niet. Als ik kijk naar hoe ze leven, wat ze aan hebben, hoe ze ruiken, is het duidelijk dat ze ver onder de armoede grens zitten. Maar op ethisch vlak zijn zij de mensen die het op orde hebben.
Zij begrijpen liefde, eerlijkheid en goed zijn voor de ander. Noem het Karma, noem het Hindoeïsme, noem het Yoga. Waarom hebben wij dit in het Westen niet door? Waarom beoordelen en veroordelen we continu anderen? Misschien overdrijf ik dit plaatje wel van India, natuurlijk is lang niet iedereen zo. Maar na tien dagen reizen door het hele land en in aanraking komen met zoveel verschillende ‘rangen’ mensen uit India is dit mijn conclusie.
Als ik bij binnenkomst van een hotel, restaurant, spa, etc. mijn handen tegen elkaar houd en “namasté” zeg, verschijnt er direct een glimlach op het gezicht van de ander waarna ik een “namasté” terugkrijg. Moet je eens in Nederland proberen.. Krijg je rollende ogen terug.
Staan we wel stil bij de kleine dingen?
Gisteren hadden we een lange busrit, halverwege zijn we gestopt voor een toilet pauze. Het bijzondere van die dag was toen we in de rij stonden om het toilet in te gaan, er één van ons naar buiten kwam en riep:
“There is toiletpaper, and soap!”
En werkelijk alle vrouwen vanuit onze bus, die in die rij stonden juichten. Ik betrapte mezelf erop dat ik ook een euphorisch momentje had, samen met Belinda riepen we in koor “JEEEEEEJ!”. Een paar seconde later besefte ik me hoe bijzonder het was dat we zo gelukkig waren met zoiets ‘simpels’. Iets waar we thuis, in Nederland, helemaal niet bij stil staan en doodnormaal vinden. Zeep, om je handen mee te wassen!
Wanneer er een lokale bus met 40 zitplaatsen voorbij komt met meer dan 80 mensen erin, zonder airco en zonder deuren heb ik weer een moment van bewustwording. De lokale bus is op dezelfde hoogte als onze, luxe tourbus, waardoor je oog in oog staat met de mensen uit de andere bus. En daar zit ik dan, met iPod oortjes in, luisterend naar muziek op mijn iPhone met tegelijkertijd mijn MacBook op schoot.
Hoe je zo dichtbij elkaar kunt zijn terwijl er een wereld van verschil tussen ons is. Ik weet soms niet of ik hen durf aan te kijken; of het ‘mag’. Alsof ik me schuldig voel of niet wil laten zien door welke materialistische dingen ik omgeven ben. Ook durf ik vaak niet iets te eten als we ineens stil staan met de bus en de mensen buiten ons zien en aankijken. Of het nu een nootje, rozijn of broodje is, ergens voelt het niet goed om vanuit de bus naar buiten te kijken en ‘lekker te snacken’ terwijl je de armoede en honger in de mensen ziet buiten.
Het is krom. Ik ken de regels van gedrag niet in deze situatie, maar wie kent ze wel? Het enige dat ik kan doen is afgaan op mijn gevoel en intuïtie in dit geval en dat is hen aankijken, lachen, misschien zwaaien en niet met opzet een laptop, iPhone of wat dan ook tonen. Wat blijkt,
Ze lachen altijd terug. Ze zwaaien altijd terug. Sterker nog, zij zwaaien vaak eerder dan ik. Bijna alsof ze zeggen:
“Het maakt me niet uit wat je hebt aan bezittingen, als we deze lach kunnen delen is dat voldoende”
Maar misschien is het ook wel mijn geromantiseerde blik op India wel die me dit laat denken. Misschien ook niet. Als laatste wil ik jullie nog achter laten met deze onderstaande foto. We waren voor het eerst even gestopt bij een toeristisch plekje waar er (inderdaad en natuurlijk) verkopers op je af komen. In plaats van armbandjes te kopen van deze vrouw, hebben we onze lunchboxjes, die we van het hotel meekregen omdat we een lange busrit tegemoet gingen, met eten gegeven. Haar blik van geluk voor het krijgen van wat eten is waar ik jullie mee wil achterlaten vandaag. Dankbaarheid. Ik kan het niet vaak genoeg benadrukken, wát een leven hebben we toch hier in Nederland, niet waar?
1 comment
Ben een aleenstande vrouw 60+ zoek gezelschap van een indiaanse man.
Moet niet arm zijn en moet goed uitzien.
Als het klikt (trouwen )
Aub privé bericht via mail